zaterdag 1 januari 2000

Schijtfactor (HSP magazine nr 4-2020)

Je bent uitgeput van je eigen klusinspanningen en je, wegens corona, thuiswerkende buurman klust al dagen achtereen in zijn achtertuin. Tot overmaat van ramp wordt er een basketbalnet opgehangen en dat is het moment waarop ik panikeer. De doffe klappen van de zware basketbal, het aanhoudende getik, het zijn geluiden die diep binnenkomen en mijn hartslag direct laten stijgen. Bij het idee dat dit een dagelijks omgevingsgeluid kan worden van hun spelende zoon, stroomt de energie uit mijn benen en voel me ik plots een gevangene in mijn eigen huis.

Ik woon er graag, heb het naar mijn zin en ook met de buren is er een fijn en warm contact. We lopen de deur niet bij elkaar plat, maar hoe het goede buren betaamt, zijn we hulpvaardig naar elkaar en is er altijd dat praatje. Niks aan het handje dus.

In mijn paniek ben ik meteen naar buiten gelopen en heb zo goed en zo kwaad als het ging, immers de emotie was heftig, laten blijken dat ik het er niet mee eens was. Achteraf bezien is dit het moment geweest waar ik echt voor mezelf ben opgekomen en zonder schroom heb laten zien hoe het me raakte. Ongepolijst en heel kwetsbaar.

Soms zijn er momenten, dan is het nu of nooit. Dan heb je plots de schijtfactor en maakt het even niet meer uit hoe het overkomt. Dan is het roepen om erkenning en begrip in plaats van de altijd zo weloverwogen houding en rekening-houden-met-de-ander-modus. Nee, dan is het even mooi geweest.

Voor de goede verstaander, hier ligt natuurlijk een hele ontwikkeling onder en illustreert dit voorbeeld de onmacht die je soms kan voelen. Je kan er op vele verschillende manieren mee omgaan, maar gaan staan voor de zaak, opeisen, kan dus ook. Als HSP-er tonen we ons meestal niet ongevoelig voor de ander, maar soms is het de snelste weg naar meer respect.

Hoe het afliep? In alle rust en redelijkheid. Niemand wil het speelgenot van zijn buurjongen beperken dus we zijn in gesprek tot afspraken gekomen. Zonder me zo kwetsbaar te tonen, was ik zover niet gekomen.

 

 

 

 

Intensiteit (HSP magazine nr 5-2020)

'Himmelhoch jauchzend, zum Toden betrubt'. Ik hoor het mijn vader nog zeggen, als mijn intensiteit in zijn ogen weer rijp was voor wat ouderlijke bijsturing. Het citaat van Goethe heb ik vroeger thuis vaak mogen horen. Het leverde nogal eens de nodige vertwijfeling op. Want ik voelde toch wat ik voelde? Of was het uiten toch niet altijd helemaal de bedoeling... Groeipijnen. En de start van het GROTE ZELFONDERZOEK. Wat maakt mijn reactie nou zo heftig? Waarom voelt die ander dat niet zo? Ben ik nou zo gevoelig of is die ander nou zo ongevoelig? (vrij naar L. van Gaal) Of ben ik misschien bipolair of borderliner?

Nu dat zoeken op volwassen leeftijd tot rust is gekomen, weet ik dat hij eigenlijk bedoelde te zeggen: 'Doe nou rustig jongen, loop niet zo hard van stapel'. Om het gemoed wat te sussen. Dat hielp op die manier soms ook wel. Soms, want emotionele beleving laat zich immers maar moeilijk sturen. Soms moet de emotie eerst doorvoeld en geleefd worden. Instinctief, rauw en niet ingehouden. Als 't nodig is tot op ’t bot. De bodem aanraken om te leren waar de bodem zit. Zo lukt het je om uiteindelijk je veerkracht te activeren. En is die groter dan je denkt.

Zolang er bij dat doorleven geen gewonden en doden vallen, lijkt me dat een prima leefadvies. Ook dat heb ik van mijn vader geleerd, hoe ogenschijnlijk tegenstrijdig ook. Want bij een evident onafwendbare emotie, ik herinner me een woedeaanval naar aanleiding van iets te overweldigend liefdesverdriet, kreeg ik juist de aanmoediging om door te gaan met het uiten van die woede. 'Gooi 't eruit!' Dat heeft grote indruk op me gemaakt.

Ik nam de uitnodiging direct aan (…) en het hielp natuurlijk enorm. Daarnaast verried het een groot inzicht in de menselijke natuur. Want hoe ogenschijnlijk tegengesteld zijn adviezen ook waren, hij wist dat de emotionele beleving, in al zijn actuele opdringerigheid een natuurlijke weg moest gaan. Vroeg of laat. Dat dat soms een worsteling kan zijn, laat niet onverlet dat de uiteindelijke winst altijd ligt in het naar de pijn toe bewegen.

Wat het mij heeft geleerd? Dat ik zijn gevechtjes en gevechten met het leven veel beter ben kunnen gaan begrijpen. Nu weet ik ook, net als ik, mijn vader was ook zo’n gevoelige gozer. Je t’embrasse.

 

 

Weerbaarheid (HSP magazine nr 1-2021)

Voor jezelf opkomen ziet er vaak lelijk uit. Bij HSP-ers heeft het iets onnatuurlijks, iets aangeleerds, iets vechterigs. En wat mij betreft heeft het ook niks met echte weerbaarheid te maken. Daarmee niet gezegd hebbende dat je de kaas van je brood moet laten eten, maar er zijn ook andere wegen.

Iedereen kent het wel. Dat je in een rij staat te wachten en dat je waakzaam bent om je plekje te verdedigen. Je bent alert, maakt je breed en in je lijf gebeurt er van alles. Niks zo erg als een rij die niet duidelijk een rij is, maar waar nog gunsten verleend moeten worden. “Gaat u maar voor hoor.” Het is een sociaal spel dat vooral ook speels moet blijven.

Ooit kreeg mijn zoon van toen 8 jaar via school het advies om naar een assertiviteitscursus te gaan, getiteld “Jij bent ok.” Die titel gaf direct kortsluiting bij mij. Hoe kan ik een kind duidelijk maken dat hij na school als enige van de klas naar een speciale cursus moest met die titel? Het trainingsbureau heeft nooit gereageerd op mijn mailtje en hij is niet gegaan. Inmiddels staat hij meer dan prima zijn mannetje.

Het gevecht dat we zo nu en dan met de buitenwereld voeren is ook altijd een gevecht met onszelf. En dus zijn er gelukkig ook keuzes te maken. Vaak zie ik echter in mijn praktijk HSP-ers die het enigszins verleerd zijn om vanuit het hart te leven. Verhoogde waakzaamheid, wantrouwen, strijdvaardigheid en zelfs verbittering. Het staat garant voor de verkeerde soort weerbaarheid, namelijk die van geforceerd positie pakken en kramp. Er sluimert gelukkig altijd wel een verlangen om meer te handelen naar eigen intuïtie. Maar hoe hervindt je dat?

In mijn geval door een inspiratiebron, de Amerikaanse psycholoog Marshall Rosenberg. Hij liet me zien hoe ik opnieuw de taal van het hart kon leren spreken. Door strategische communicatie af te leren en me eerlijk te uiten. Door het gevecht af te zweren, uit overtuiging dat niet meer te willen. Mijn eigen psychologische behoeften zijn daarbij leidend, altijd en overal. Uiteindelijk baart veel oefening de gewenste kunst.

En dan is mijn stukje van de taart niet altijd het grootste, nee. En laat ik vaak mensen voorgaan. Tolereer ik zelfs een onduidelijke rij, of sterker nog, ik geniet eigenlijk stiekem van de verwarring en onrust bij anderen.