donderdag 22 augustus 2024

Hoezo kwetsbaar ?

Er is iets aan de hand met dat woord. Het houdt namelijk iets in stand wat het tegelijkertijd probeert af te breken. Althans, het wekt de stellige illusie dat het aan de ene kant waardeert dat iemand open en eerlijk is, dat het een zogeheten kracht is, maar daarnaast breekt het evenzo vaak zoveel muur tegelijk af, dat diezelfde ander zich geen raad weet met zoveel eerlijkheid. En dan volgt er uit eigen ongemak en onmacht al snel het label ‘kwetsbaar’…

Hoe maakt ‘je oprechte gevoelens laten blijken’ je kwetsbaar? In de zin dat je dan vatbaar(der) zou zijn om te kwetsen, om pijn te doen. Ik moet er echt over nadenken en dat zegt me genoeg. Kwetsbaarheid, ik gebruik het woord eigenlijk nooit; het wekt de schijn van een deugd, maar dan wel een beetje een domme. Wie laat nou zoveel van zichzelf zien? Je onvervulde behoeften worden door de ander al snel weer ingekleurd... 

Als ik er een continuüm (of voor de psychologen onder ons: een intern conflict) van zou maken, dan gloort aan het andere eind van kwetsbaarheid ongetwijfeld zelfbescherming op en daarmee rijst direct de vraag wat er eigenlijk allemaal beschermt dient te worden. Ego? Privacy? Heilige huisjes? Alles wat je zo zorgvuldig al die tijd hooghoudt?

Nee, dit is geen zwartwit pleidooi om je hele ziel en zaligheid in de openbaarheid te delen, maar wel om af en toe wakker te zijn op je eigen wapeningen. En je zo nu en dan af te vragen wat je er eigenlijk mee beoogt. Wat ben je aan het beschermen? Welke stukje mag of kan er nog niet gezien worden? En waarom niet?

Ooit schreef ik dat de sterkte van de man zich laat omschrijven door hoe gevoelig hij zich durft te tonen. (Dat geldt vanzelfsprekend ook voor vrouwen.) Ik geloof dat ik er nog steeds achter sta. Want als ik me uit, ben ik slechts in contact met wat me drijft of bezighoudt. En het laatste dat ik dan ben als ik uit het hart spreek, is kwetsbaar.

vrijdag 28 juni 2024

Heel de mens

"Eén vraag stelt iedereen wel, een goede vriend(in) stelt een tweede vraag en voor een derde moet je betalen."

Vandaag bestaat RBLC bedrijfspsychologie op de kop af 19 jaar (!) en kan ik verhalen over verschillende ontwikkelingen die gemaakt hebben waar we nu staan. Maar nog liever sta ik even stil bij de waarden die er altijd al waren en ook altijd zullen blijven. Professioneel gezien gaat het dan over kernwaarden van waaruit je werkt, maar ook die wil ik vandaag niet onderstrepen. 

Flink uitzoomend en kijkend naar mijn eigen drijfveren waarom ik elke keer opnieuw het gesprek aanga, is ook een ui die zichzelf in de tijd laat pellen. Dat start met ‘mensen willen helpen’, willen bijdragen aan persoonlijke processen, maar dat is nog niet zo diep. Het gaat al meer de goede kant op als het gaat om werkelijk zien en horen, echt empathisch luisteren en verbinden. Daarna komt het werken vanuit betekenis en hoe je waarde haalt uit ‘er zijn’. Want alle mentale modellen ten spijt, ik noem ze de ‘als inzicht vermomde vereenvoudigingen’, in de relatie die je aangaat zit alle waarde in de aandacht die je geeft, zowel op inhoud (expertise) als op vorm. En dat is zeker niet vanzelfsprekend in een buitenwereld, waar we in verschillende rollen die we aangaan telkens stukjes van onszelf representeren en het vervolgens van onszelf verliezen in een voldoende betekenisvolle integratie daarvan. 

Als ik het dan samenvat, het vliesje ui waar ik nu ben, zegt eigenlijk altijd “Jij bent van waarde!” Want er is altijd ruimte om de mens te blijven zien. Heel de mens.




donderdag 22 februari 2024

Ongepolijst

Woorden doen er pas toe als er onvoldoende verbinding bestaat. 

Als er verbinding is, alles en iedereen ruimte ervaart, kan alles gezegd worden. Vrienden kunnen zo hard tegen elkaar lijken, maar bevestigen slechts hun onderlinge verstandhouding. Een sportteam is hierin een mooi voorbeeld; voor de buitenstaander gaat het er hard aan toe, maar de spelers weten wel beter. Het leert ons: geen scheldwoord is absoluut, de context bepaalt slechts de waarde. Maar wanneer is een scheldwoord dan wel enkel een illustratie van een verbroken verbinding?

Nadenken over communicatie, langs welke lijnen dat zou kunnen werken, het is onderdeel van mijn werk. Ook ik maak me daarmee soms schuldig aan een te hoge mate van zorgvuldigheid. Wetende dat woorden betekenis in zich dragen, communicatie kunnen bevorderen. Elk gevoel, elke behoefte, we oefenen er op los, om ons maar zo specifiek en volledig mogelijk te kunnen uiten. Meesters zijn we geworden, om maar gezien en gehoord te worden, we doen er alles voor. 

In deze tijden van woke blijkt echter in de praktijk dat we elkaar vooral meer en meer de maat zijn gaan nemen. Het staat in geen enkele vacature-tekst maar 'polariserend leiderschap' lijkt een behoorlijke marktwaarde te hebben...

Ondertussen hunker ik steeds vaker naar de liefdevolle ongepolijstheid van weleer. Niet op je hoede zijn, maar ongewapend zeggen wat je denkt en in je opkomt. Iemand met liefde een klootzak noemen, hoe lang is dat geleden? Of dat jij woordelijk ruw werd aangepakt, maar dat het ok was? Wetende dat het in de basis toch wel goed zit. Dat je credits hebt opgebouwd in de onderlinge samenwerking. Dat je allebei tegen een stootje kan. 

Zo is uitgescholden worden een compliment, een bevestiging van de vriendschap, van de verbinding, van het echte contact, in nabijheid en in het samenvallen van, al dan niet geheelde, grenzen. (Dit is ook wetenschappelijk onderbouwd, lees 2.6.2. Positive interpersonal functions.)

Onze collectieve lichtgeraaktheid is daarmee natuurlijk vooral een symptoom van onvoldoende verbinding, van te weinig samenspel. Laat het dan ook liever dáár over gaan, hoe we meer kunnen samenspelen, elkaar weer meer echt kunnen vinden en voeden.

Of ietsje scherper: let wat minder op je woorden en wat meer op de ander!