donderdag 22 februari 2024

Ongepolijst

Woorden doen er pas toe als er onvoldoende verbinding bestaat. 

Als er verbinding is, alles en iedereen ruimte ervaart, kan alles gezegd worden. Vrienden kunnen zo hard tegen elkaar lijken, maar bevestigen slechts hun onderlinge verstandhouding. Sportteams is ook een mooi voorbeeld; voor de buitenstaander gaat het er hard aan toe. Het leert ons: geen scheldwoord is absoluut, de context bepaalt de waarde. De pest is dat we ze echter vaak gebruiken ter illustratie van de verbroken verbinding...

Nadenken over communicatie, langs welke lijnen dat zou kunnen werken, het is onderdeel van mijn werk. Ook ik maak me daarmee soms schuldig aan een te hoge mate van zorgvuldigheid. Wetende dat woorden betekenis in zich dragen, communicatie kunnen bevorderen. Elk gevoel, elke behoefte, we oefenen er op los, om ons maar zo specifiek en volledig mogelijk te kunnen uiten. Meesters zijn we geworden, om maar gezien en gehoord te worden, we doen er alles voor. 

In deze tijden van woke blijkt echter in de praktijk dat we elkaar vooral meer en meer de maat zijn gaan nemen. Het staat in geen enkele vacature-tekst maar 'polariserend leiderschap' lijkt een behoorlijke marktwaarde te hebben...

Ondertussen hunker ik steeds vaker naar de liefdevolle ongepolijstheid van weleer. Niet op je hoede zijn, maar ongewapend zeggen wat je denkt en in je opkomt. Iemand met liefde een klootzak noemen, hoe lang is dat geleden? Of dat jij woordelijk ruw werd aangepakt, maar dat het ok was? Wetende dat het in de basis toch wel goed zit. Dat je credits hebt opgebouwd in de onderlinge samenwerking. Dat je allebei tegen een stootje kan. 

Zo is uitgescholden worden een compliment, een bevestiging van de vriendschap, van de verbinding, van het echte contact, in nabijheid en in het samenvallen van, al dan niet geheelde, grenzen. (Dit is ook wetenschappelijk onderbouwd, lees 2.6.2. Positive interpersonal functions.)

Onze collectieve lichtgeraaktheid is daarmee natuurlijk vooral een symptoom van onvoldoende verbinding, van te weinig samenspel. Laat het dan ook liever dáár over gaan, hoe we meer kunnen samenspelen, elkaar weer meer echt kunnen vinden en voeden.

Of ietsje scherper: let wat minder op je woorden en wat meer op de ander!