verborgen patronen

De symptomen van een burn-out komen op een aantal punten overeen: iedereen voelt zich lichamelijk en geestelijk uitgeput en dat gevoel heeft met het werk te maken. Daarnaast heeft een aantal mensen een afkeer van het werk gekregen. Waar heeft dat mee te maken? Voor (terugval)preventie is het belangrijk na te gaan welke verborgen patronen in de persoonlijkheid burn-out kunnen uitlokken. Ik beschrijf er 3:

1. parentificatie (onvoldoende voor jezelf zorgen)
2. het narcistische conflict (jezelf groot houden)
3. aangeleerde hulpeloosheid (alles perfect in orde)

De verborgen mechanismen hebben betrekking op gedachten en gevoelens die vaak al in de vroege jeugd zijn ontstaan en zo in de waarneming direct kleuren en vastzetten.

ad 1. parentificatie

Iemand heeft als kind een ouderrol aan moeten nemen, waardoor eigen verlangens en behoeften niet aan bod kwamen. Er zijn twee basiselementen van parentificatie: 1. Het voortzetten van het als kind aangeleerde, als levensnoodzaak, maar ook als belonend ervaren gedrag, dat zich kenmerkt door: zorg hebben voor de ander, toedekken van conflicten, opoffering met voorbijzien van eigen wensen en verlangens. 2. Het onvervuld blijven van eigen behoeften en verlangens, zoals de behoefte aan veiligheid, geborgenheid en verzorging. En daarmee samenhangend, het negeren van verlangens om zelf meer ruimte in te nemen, geen aandacht vragen voor zichzelf, niet voor zichzelf opkomen en de neiging een claimende ander agressief te bejegenen. Parentificatie houdt zichzelf in stand, bijvoorbeeld omdat jezelf wegcijferen belonende kanten heeft. Jij bent de enige voor iemand, wat egostrelend werkt. Daarnaast hoef je geen verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen behoeften en verlangens. Confrontaties met pijn en verdriet kunnen hierdoor worden vermeden. Echter uiteindelijk zal dit gedrag opbreken. Kenmerkend aan parentificatie is het schijnbaar onvermoeibare en grenzeloze altruïsme in het contact met anderen. Mensen die uitblinken in opofferingsgezindheid, bieden van steun en verantwoordelijkheidsbesef.

Onvoldoende voor jezelf zorgen Ofwel een te sterk verantwoordelijkheidsgevoel. Het verantwoordelijkheidsgevoel levert goede relaties op, omdat ze uitstekend voor anderen kunnen zorgen. De valkuil is dat zij zichzelf hierbij vergeten. Ze weten niet meer waar ze zelf behoefte aan hebben of naar verlangen. Ze vergeten aandacht te geven aan zichzelf of hebben niet geleerd hoe dat moet. Het zorgen voor anderen gaat goed zolang er energie terugkomt. Een burnout ligt op de loer wanneer de balans hierin scheef raakt of er onverwachte grote tegenslagen zijn. 

ad 2. het narcistische conflict

Narcisme ontstaat wanneer ouders een kind onvoldoende bevestigen in zijn uniekheid. Om het zelfgevoel te herstellen kan iemand zich overdreven afzetten tegen anderen. Zo ontstaat een pantser om het ware zelf heen waarmee iemand zichzelf beschermd. In plaats van basisvertrouwen is er een basiswantrouwen: de ander is altijd degene voor wie je moet oppassen. Diep van binnen is er het verlangen onvoorwaardelijk gewenst en geliefd te zijn. Het probleem van iemand met een narcistisch pantser is dat ze ontkennen dat ze beperkingen hebben. Signalen die erop wijzen dat er iets mis is worden niet waargenomen of als ze wel worden waargenomen, geïnterpreteerd als tegenwerking van buitenaf. Iemand kan zo niet leren van zijn ervaringen, waardoor innerlijke groei of zelfontplooiing uitblijft. Op het moment dat er een bres in de afweer wordt geslagen (bv. omdat iemand niet zijn beloofde promotie krijgt), gaat iemand knock-out en stort plotseling in. Iemand raakt burnout. Kenmerkend aan het narcistisch pantser is primitief te reageren op bedreigingen van buitenaf door te splitsen (iemand is goed óf slecht), primitief te idealiseren (iemand op een roze wolk plaatsen), devalueren (de ander is waardeloos) en vroege vormen van projectie (datgene wat je bij jezelf verdringt, bijvoorbeeld passiviteit, neem je waar en bestrijd je bij de ander). 

Je probeert jezelf als het ware groter, sterker of beter voor te doen dan je bent. Het is een afweermechanisme dat anderen belemmert bij jouw kwetsbare kant naar binnen te kijken. Het is een angst dat anderen je niet kunnen waarderen zoals je bent. Als iemand kritiek op je heeft, levert dat een extreem gevoel van falen op. Om dat niet te hoeven voelen zet zo iemand een denkbeeldige muur om zichzelf heen.

ad 3. aangeleerde hulpeloosheid

Aangeleerde hulpeloosheid ontstaat doordat je niet goed voor jezelf kunt zorgen. Bijvoorbeeld omdat je niet weet hoe dat moet of je kan je niet ontspannen. Aangeleerde hulpeloosheid uit zich in overvraging wat te maken kan hebben met een negatief zelfbeeld, dwangmatig nastreven van erkenning, perfectionisme, of een persoonlijkheidsstoornis. Kenmerkende gedragingen zijn het zichzelf voortdurend onder druk zetten, zichzelf geen plezier gunnen en zich opofferen zonder rekening te houden met eigen behoeften. Een motivatieprobleem zorgt ervoor dat hierin geen ontwikkeling plaatsvindt. Het gevolg van aangeleerde hulpeloosheid is een gebrek aan een gezonde coping. In plaats van het probleem actief aan te pakken wordt het vermeden of ontkend. Daardoor blijven de problemen in stand.

Perfectionisme is een extreme vorm van nauwkeurigheid. Het niet perfecte kan niet als waardevol worden beoordeeld, waardoor deze mensen zichzelf gemakkelijk te kort doen. Bijvoorbeeld door zichzelf te straffen als ze het niet goed hebben gedaan. Ze zitten zichzelf en anderen ermee in de weg, omdat er hoge verwachtingen liggen. Op het werk kan een perfectionistische houding opleveren dat iemand zo hard werkt, dat hij er aan onderdoor gaat. Iemand kan door zijn perfectionistische houding niet meer aan de eigen kwaliteitseis en de externe productie-eis voldoen.

"Man is least himself when he talks in his own person. Give him a mask and he will tell you the truth." - Oscar Wilde

Bovenstaande verborgen patronen van burn-out maken dat je je niet losmaakt uit een beklemmende situatie. Er is een structureel gebrek aan contact met het innerlijke, waardoor behoeften, lichaamssignalen en verlangens niet worden opgemerkt. Je bent je innerlijk kompas kwijt.

Hoe kan je het patroon doorbreken? Door inzicht gevende gesprekken, gerichte oefeningen en er tijd voor te nemen. Uiteindelijk gaat het je dan lukken om gebruik te maken van gezonde copingstrategieën en weer nieuwe doelen te stellen.